‘We zijn er bijna’, zei Sheila.
‘O ja, het ging snel voorbij.’
‘Meestal als je een leuke tijd hebt, zeggen ze.’
‘Weet je, ik vraag altijd: wie is die “ze”?’
‘Ze? De mensen…’
‘Ik vind dat raar. Zoals dat mensen in een geheime kamer zijn en kiezen. Eén: als je leuk hebt dan gaat tijd snel voorbij.Twee: als je melk drinkt, krijg je sterke… je arm, in je arm.’
‘Botten?’
‘Ja, botten!’
‘Daar kan ik wel iets over zeggen, melk bevat calcium en dat is goed voor je botten. Dus volgende keer kan je zeggen dat Sheila het gezegd heeft.’
‘Eindelijk ik weet wie dat heeft gezegd!’
‘Yup, dat ben ik.’
‘Is waar, het is leuk vandaag, normaal in de trein niemand praat.’
‘Mensen hebben te veel aan hun hoofd. Ze denken aan hun problemen. Ze denken na over hun leven.’ ‘Is waar. Over probleem moet je niet denken, over probleem je moet praten.’
‘Praat jij dan altijd zo tegen mensen die je niet kent?’
‘Als ik praat alleen aan mensen die ik ken, ik praat nooit. Als ik denk over probleem, probleem wordt groter en groter en mijn hoofd booom. Daarom be- ter praten. Jij ook?’
‘Niet vaak, vandaag is een speciale dag! Maar ik weet niet waarom eigenlijk. We zijn allemaal een beetje zo. Niet willen praten over onszelf en dan soms niet geïnteresseerd zijn om te luisteren naar een ander.’
‘Ja, ik heb dat ook soms, maar niet zoals de men- sen in de trein. Iedereen is boos.’
‘We weten ook nooit wat er gebeurd is met die mensen, begrijp je. Misschien gaat het niet zo goed met hen.’
‘Ja! Goed! Maar is goed! Als mensen problemen hebben dan goed om met ze praten. Als mensen niet problemen hebben ook goed om met ze praten.’
‘Ja, daar geef ik je gelijk. Het is altijd een win-win.’
‘Is zoals jij in de trein willen drinken. Je lichaam heeft veel water nodig en overal op elke stoel je ziet water maar je drinkt niet.’
‘Weet jij wat je zou moeten doen, Sulayman?’
‘Nee.’
‘Je zou je eigen woordenboek moeten schrijven.’
‘Haaa, ja, met mijn gek Nederlands.’
‘Ja, een Van Sulay.’
‘Is goede naam!’
‘Ik vind je Nederlands prima, Sulayman. Mensen kunnen soms zo moeilijk doen als het aankomt op taal. Goed Nederlands, slecht Nederlands. Taal is belangrijk maar niet belangrijker dan de boodschap. Ik begrijp je en dat is het allerbelangrijkste. Dat we elkaar kunnen begrijpen.’